Bent u bekend met een allergie voor contrastmiddel? Dan vragen wij u dit meteen aan ons door te geven.

Waarom dit onderzoek?

Een CT-scan is een manier om uw lichaam aan de binnenkant te bekijken, net zoals een gewone röntgenfoto. Voor een CT-scan wordt een andere techniek gebruikt. Een CT-scan levert meestal meer informatie op dan een gewone röntgenfoto.

Gewone röntgenfoto
Röntgenstralen gaan door het lichaam heen en geven een soort schaduwbeeld van de organen en het skelet.

CT-scan (Computer Tomografie)
Bij een CT-scan wordt ook gebruik gemaakt van röntgenstraling, alleen worden nu dwarsdoorsneden gemaakt die door de computer worden vertaald in 3D-beelden. Zo kunnen alle organen, maar ook afwijkingen aan botten of weefsels worden bekeken.

Voorbereiding op het onderzoek

• U krijgt een contrastmiddel toegediend via een infuus. Dit contrastmiddel maakt organen en bloedvaten zichtbaar. Uw nierfunctie moet goed genoeg zijn om het contrastmiddel na de CT-scan uit te kunnen plassen. Uw nierfunctie is meestal al bepaald in uw ziekenhuis.
• Laat metalen voorwerpen en sieraden thuis.

Medicijnen

• Het contrastmiddel dat u krijgt toegediend, bevat jodium. Dit kan schadelijk zijn voor uw nieren in combinatie met bepaalde andere medicijnen.
  Neem daarom op de dag van het onderzoek geen NSAID ontstekingsremmende pijnstillers. Voorbeelden van NSAID’s:
• Diclofenac (Cataflam, Voltaren, Arthotrec), Propyfenazon (Saridon).
• Ibuprofen (Advil, Nurofen, Sarixell, Spidifen, Zafen), Ketoprofen Rilies).
• Indometacine, Piroxicam -Naproxen (Aleve, Vimovo), Nabumeton (Mebutan).
• Tiaprofeenzuur (Surgam), Meloxicam.
• Metamizol (Novalgin), Fenylbutazon.
• Flurbiprofen (Strepfen,) Dexketoprofen (Stadium). Aceclofenac (Biofen).
• Hebt u diabetes en gebruikt u medicijnen van het type Metformine? Dan mag u deze niet gebruiken op de dag van het onderzoek.
  U mag de dag na het onderzoek uw medicatie weer gewoon gebruiken zoals u gewend bent.
• Hebt u vragen over uw medicatie? Neem dan contact op met de behandelend arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd.

Het onderzoek

U hebt een infuus gekregen voor de toediening van de radioactieve stof. Wij gebruiken hetzelfde infuus om het contrastmiddel bij u toe te dienen. Dit gebeurt met een automatische injector. Het contrastmiddel is niet radioactief. Het contrastmiddel wordt in uw bloedbaan opgenomen en gaat via uw bloed door uw hele lichaam. Uiteindelijk wordt het contrastmiddel gefilterd door uw nieren en plast u het uit.

• U ligt op een onderzoekstafel.
• Deze tafel schuift door de CT-scanner.
• Wij vragen u stil te blijven liggen en de instructies van de laborant op te volgen. Tijdens het onderzoek kunt u ademhalingsinstructies krijgen.
• De radioloog beoordeelt de beelden.

Duur van het onderzoek

Het maken van de CT-scan duurt ongeveer 10 minuten.

Na het onderzoek

Wij adviseren u om de rest van de dag extra te drinken. De contrastvloeistof verdwijnt dan sneller uit uw lichaam.

Informatie voor patiënten met diabetes met een freestyle Libre sensor
Het kan zijn dat de straling de waardes beïnvloed. Vervang na de CT-scan de sensor en controleer de waardes met een vingerprik totdat u een nieuwe sensor heeft.

Veelgestelde vragen

Zijn er mogelijke bijwerkingen?

Tijdens het toedienen van het contrastmiddel kunt u last krijgen van:

• een warm gevoel dat door uw lichaam trekt;
• een rare smaak in uw mond;
• het gevoel dat u in uw broek plast zonder dat dit ook echt gebeurt.

Deze bijwerkingen verdwijnen binnen een paar minuten.

Mogelijke bijwerkingen na uw onderzoek
Een enkele keer komt het voor dat pas na enige tijd na het toedienen van het contrastmiddel klachten optreden, bijvoorbeeld:

• jeuk
• bultjes
• roodheid van de huid

Neem in dit geval contact op met uw huisarts (of de huisartsenpost buiten kantooruren). Hij/zij kan een medicijn (antihistaminicum) verstrekken om de klachten te verlichten. Ook adviseren wij u contact op te nemen met de afdeling Radiologie van het ETZ op telefoonnummer:

Hebt u last van een te snel werkende schildklier?
Soms kan het jodium in de contrastvloeistof ervoor zorgen dat uw schildklier sneller gaat werken. Dit gebeurt vooral als u al bekend bent met een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie) of hiervoor behandeld wordt. Neem contact op met uw internist of huisarts als u klachten krijgt die kunnen passen bij een te snel werkende schildklier (vermoeidheid, transpireren, hartkloppingen, gewichtsverlies, nerveusheid)